In het bos met groenachtig mos en vele beuken lagen
verscheidene boomstammen over het pad. De boomstammen vormden hindernissen die
het voor ons spannend maakten. De activiteit die ons te wachten stond was erg
uitdagend. Het was immers de bedoeling dat we op tijd bij de boerenschuur
zouden zijn. Tot de activiteit zouden we aandachtig naar een spreker luisteren
die het avondprogramma in zou leiden.
Na
een lange voorbereiding op dit weekend zaten we alle vijf in de rode camperbus
die bestuurd werd door een lid van de kerkgemeenschap. Dat de kerkgemeenschap
veel leden had bleek later op de aangekomen locatie. Het lag in een plaats die
genoemd was naar een stripfiguur met wit-zwarte oren. Dat het plaatsje behalve
een kerk ook een enorme boerenschuur bevatte konden wij niet weten. De rode
camperbus was voorbij het hectische Maastricht en had er flink de vaart in. Dat
honderd kilometer hard genoeg was werd nog eens duidelijk, want boven de
bestuurdersstoel zat een wit papiertje vastgeplakt tegen de voorraadkast. De
boodschap stond opgeschreven: “100 km want je bent op vakantie.” De bestuurder
was een lange tengere man met een kale kop. Hij had het stuur, voorzien van
driehoeksster, met beide handen vast en hield zich aan de snelheid. Bij de grensovergang met de
zuiderburen was de rivier duidelijk te onderscheiden van het asfalt door het ernaast
gelegen donkerblauwe golvende water. Het liep bijna parallel aan de snelweg,
alleen lag de rivier duidelijk lager in zijn loop. Na de drukke industriestad
Luik achtergelaten te hebben was het dalen en stijgen over het grijze asfalt
met zijn rechtlijnige onderbroken strepen. Waar de passagiers van de camperbus
niet gedacht hadden reed onze bestuurder van de camperbus de snelweg af op weg
naar een plaatsje dat Gouvy, zeg “Goofie” genoemd werd.
Het
was avond geworden toen we in de enorme boerenschuur aan de warme maaltijd
begonnen. Het zevental mensen dat alles klaar hadden gezet op de serveertafels
liepen heen en weer door de gaarkeuken om te kijken wat er nog gedaan moest
worden. De banken alsook picknicktafels waren uit lichtbruin dik hout gesneden
en stonden verspreid over de gehele verdere ruimte in de voormalige
boerenschuur. Alle broeders van dit weekend waren verzameld voor dit moment,
want ze zaten op de banken te wachten tot de soep met de te pakken boterhammen
gegeten kon worden. Een aantal broeders wist wat de verschillende activiteiten
waren die we zouden ondernemen. Het moest natuurlijk wel een geheim blijven
totdat het half negen werd. Om half negen waren sommige omgekleed voor het
sprekerspodium, van Cris die zijn naam liever niet gebruikte tijdens zijn
betoog. Tijdens het avondmaal waren witte programma-boekjes verdeeld van een
boekformaat onder de broeders waarin de speech stond vermeld. Heel snel en
zorgvuldig koos hij zijn woorden waarin het christelijk geloof ter sprake kwam.
Alle mannen gingen na afloop in gesprekgroepjes verder om onder elkaar het
onderwerp van Cris te bekritiseren. Want het riep wel degelijk vragen waar
andere broeders wel antwoord op wisten. Als dat niet zo was had je minimaal een
half uur om de moeilijke vraag niet beantwoord te zien, of tijdens een volgend
gesprek de dag daarop verder te gaan.
Het
gesprekgroepje waar ik in zat bestond uit acht mannen van boven de veertig
jaar. Ik was maar een klein medespelertje die vooral aanhoorde wat zij allemaal
meer wisten over het geloof. Drie ondernemers wisten bijna alles over het
ondernemerschap en wat christen zijn in je vrije tijd betekende. Na afloop van
het gesprekgroepje nam ik een slok cola en sprak met een van de onderne-mers over
het computerprogramma dat hij via het web aanbood. Ik gebruikte het
computerprogramma dat hij met anderen had gekozen en ontworpen voor gebruik. Ik
keek hem aandachtig aan en verraste hem door uitgebreid over mijn andere
werkplek in te gaan. Toen ik later in mijn slaapzak lag was ik een ervaring
rijker geworden over het reilen en zeilen van de ICT business en mijn rol
daarbinnen. Ik draaide mij behendig naar links om de lichtstraal van de witte
neonlichten te doen verdwijnen in mijn ogen. In de verte waren de wastafels
zichtbaar waar langzaamaan de broeders kwamen om hun tanden te poetsen op de
vreemdste manieren. Toch een geluk om eerder de eenzame activiteit uit te
voeren en eerder in slaap te komen.
Zaterdag
was verdeeld in een ochtend- en middagprogramma met vooral lichamelijke
sporten. De gekozen omgeving was bosachtig en bij de ingang van een middelgroot
kampeerterrein. Na een korte wandeling op grote hoogte onder de felle zonnestralen,
met uitzicht op groene dennenbomen, konden we boogschieten op de oefenbaan. Na
een korte uitleg door een trainer, een stevige jongeman die duidelijk uit sterk
hout gesneden was, mochten we gaan schieten met bogen op een dartbord. Dit
dartbord was van karton op een stevig kussen waar de pijlen dwars doorheen
gingen. Eerst mochten we de voorgedrukte kleuren op het karton raken en na een
kwartier de gele opgeblazen ballons. Je krijgt hard gelach en veel lawaai
wanneer je een stel mannen plezier laat hebben. Zo was het vlotbouwen van
houten balken en touwen een ware beproeving van de mannelijke kracht van
spieren en vezels. Nu was er weinig gelach meer, want de juiste manier van
touwen knopen aan houten balken en het neerrollen van de tonnen in het
naastgelegen meertje waren manieren van coördinatie en nadenken wat mannen goed
kunnen. De witte en blauwe regentonnen lagen tussen de vastgemaakte houten
balken in het meertje. Dat de mannen ieder op een regenton zaten vereiste moed,
want je kon kopje ondergaan als ervan af viel en dan weer omhoog klimmen op het
vlot.
Gelukkig
voor de mannen bleven alle vlotten drijven al was het vierde vlot schuin
liggend waar te nemen in het meertje door het verkeerd laten zakken van een
regenton. Geen wedstrijd maar een ritje in een van de velen auto’s terug, en
een broodmaaltijd als lunch was de onderbreking om een andere activiteit te
kiezen. Om kwart voor twee waren alle broeders verzameld, en werden ze verdeeld
in twee groepen. Mountainbiken en outdoor klimmen waren uitdagingen die men
zeker aangreep om de rest van de middag mee door te komen. Er ontstond ook een
derde groep van weinig meer dan zeven broeders, die besloot een wandeltocht te
gaan doen die uit zou lopen op een survivaltocht.
In
het bos met groenachtig mos en vele beuken lagen verscheidene boomstammen die
de hindernissen waren om het spannend te houden. Dit vonden wij uiteindelijk toch
wel de uitdagendste activiteit want klokslag vijf uur bij de boerenschuur zijn was
een record “op tijd zijn”. Want later die avond zou er een spreker komen die
het avondprogramma wilde verkondigen. Helaas gebeurde er weinig meer dan alles
klaarzetten voor het avondmaal en koken waardoor de tijd nogal traag
voorbijging. Na het avondmaal was er dan toch een lezing voor de gelovigen die
de spreker kenden. En ook als je hem niet kende was hij met zijn lang gestalte
en lange armen duidelijk aan het woord. Het onderwerp voor deze avond ging over
begraven worden, gedeeltes uit de bijbel kon je lezen om dat begraven worden
beter te leren begrijpen. Na het staande optreden van de spreker was er een
kleine wandeling, lees stille mis, gepland naar het piepkleine kerkhof naast de
kerk. Deze zag er kil en zwart uit in het donker bijgestaan door de miezerige
regen die voelbaar aanwezig was. Een klein minuutje kijken naar de graven die
door het donker nauwelijks van elkaar te onderscheiden waren. Weer terug bij de
boerenschuur werden we naar het grasveld met de twee tenten geleid, waarbij de
geplande fakkelparade met zijn vlammende lichten van de fakkels het geheel
angstaanjagend maakten. De twee tenten werden nog net niet in brand gestoken
door het lichtgevende vuur dat naar een ieder werd doorgegeven. De vlammen flikkerde
daarbij fel en de spreker nam het woord om eens na te denken wat je over je
eigen dood in scene zou kunnen zetten. Er waren dezelfde avond tevoren groepen
gemaakt onder de broeders, zodat het makkelijk werd om niet alleen de fakkels
door te geven maar ook met je groepsgenoten te spreken.
Gesprekjes
voeren met een groep mensen vereist nauwkeurigheid. Je zult een voor een moeten
praten of luisteren om tot een conclusie te komen. Als het gesprek dan over
“begraven worden” gaat breekt er natuurlijk geen paniek uit. Een man nam de
meeste woorden tot zich waarmee hij de prater van de avond zou zijn. Begrafenissen
zijn volgens hem verdrietig maar wel wist hij precies wat hij op zijn graf zou
zetten. Met een duidelijk beeld voor ogen noemde hij een paar zinnen die
aangevuld werden door een andere groepsgenoot die foto’s van zichzelf op zijn
eigen graf wilde. De prater ontkende dat juist en wilde alleen zijn eigen
woorden erop, zodat het gesprek vervolgens dood liep. Een ander onderwerp was
er niet, dus moest er een andere weg worden gevonden om toch het spoor niet
bijster te raken. Langzamerhand kroop de avond voorbij, en was een groepsgenoot
geheel afwezig van het gesprek, zodat het bed in de kelder van de boerenschuur
verleidelijk werd. Nog even naar buiten om de vlagen wind over zijn krullende
haren te doen dansen, en dan in zijn slaapzak kruipen voor een welverdiende
rust.
Na
de persoonlijke intentie die ieder groep mocht verkondigen op het opgezette
podium met de beamer en geluidsinstallatie was er een moment stilte en toen de
mededeling kwam om buiten, waar de regen was gestopt, een groepsfoto te
schieten op het grasveld van de fakkelparade. Een lichtblauwe lucht en genoeg
broeders om tegenaan te staan of knielen maakte dat de fotograaf die niet was
ingehuurd om met een foto genoegen te nemen. Het werden teveel lichtflitsen om hier
te noemen maar op de website zou het aantal plaatjes wel te zien zijn. De lunch
van hamburgers en koffie deden de hongerige broeders goed, want een vette hap
was een goed maal waar de koks jaloers op zouden zijn. Kuipjes boter en flessen
wijn waren aan de kant gezet, om door een kok omgeroepen te worden ze vooral
mee naar huis te nemen voor eigen consumptie. Want het allemaal maar weg gooien
is zonde, en het kan beter gebruikt worden onder de velen broeders. Want we
kenden elkaar dankzij dit inspannende en gelovige weekend meer dan dat we
konden vermoeden.